dinsdag 26 maart 2013

200 jaar koninkrijk: de mythe van 1813?

Pieter van der Meulen,
offerzuil met portretten
koning Willem I en
kroonprins Willem II
(collectie Rijksmuseum) 


Themabijeenkomst georganiseerd door de Commissie voor Taal- en Letterkunde van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde

Maandag 22 april 2013, 13.30-18.00 uur
Plaats: Universiteitsbibliotheek Leiden, Zaal Zuidhal, 2e verdieping

 
 In het najaar van 2013 zal 200 jaar koninkrijk uitgebreid gevierd worden. Met de jaarlijkse themamiddag dit keer onder de titel 1813 – 2013 200 jaar koninkrijk: de mythe van 1813 preludeert de Commissie voor Taal en Letterkunde hierop. Vijf sprekers zullen op 22 april vanuit verschillende invalshoeken en disciplines de aanstaande viering, de historische context en mythevorming belichten.


Alle belangstellenden worden van harte uitgenodigd de
middag bij te wonen.



Bellenblazende Napoleon
(collectie Rijksmuseum)



Namens de Commissie voor Taal- en Letterkunde van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde:
Nelleke Moser, Jan Oosterholt en Marijke van der Wal (organisatoren).

Graag een aanmelding van uw komst, vóór 8 april, naar
m.j.van.der.wal@hum.leidenuniv.nl








PROGRAMMA
 
13.30 uur Zaal open

14.00 uur Opening van de themamiddag door Marijke van der Wal (Universiteit Leiden) 
 
Eerste deel programma voorgezeten door Nelleke Moser (VU Amsterdam)
14.05–14.35 uur Henk te Velde (Universiteit Leiden)
1813: geschiedenis van een mythe
14.35–15.05 uur Lotte Jensen (Radboud Universiteit Nijmegen)
Nappie, daar ga je! Nederlands verzet tegen Napoleon
15.05–15.35 uur Ellen Krol (Karelsuniversiteit Praag)
"Het twistend kroost, dat u verstiet." Gedichten over Oranjes terugkeer in 1813

15.35–16.00 uur Pauze
 
Tweede deel programma voorgezeten door Jan Oosterholt (Universität Oldenburg/Open Universiteit)
16.00–16.30 uur Frans Grijzenhout (Universiteit van Amsterdam)
Tussen Bull en Boney. De Nederlander in de Europese satire 1780-1820
16.30-17.00 uur Janneke Weijermars (Radboud Universiteit Nijmegen & RU Groningen)
‘Nu ’k als Belg herleéf’. De Zuidelijke Nederlanden in de eerste jaren onder Willem I

17.00 – 18.00 Afsluiting en borrel aangeboden aan de deelnemers door het bestuur van de Maatschappij.
 


TOELICHTING
Henk te Velde,
1813: geschiedenis van een mythe
Vanaf het begin is 1813 gepresenteerd als een groot moment in de Nederlandse geschiedenis. Dat gebeurde met zoveel retorisch geweld, dat na enige tijd een reactie niet kon uitblijven. Al aan het einde van de negentiende eeuw ontstond enige gêne over de 1813-retoriek. In de laatste decennia van de twintigste eeuw moest 1813 als funderend moment in de Nederlandse geschiedenis onder historici ook nog eens veel inleveren door de herwaardering van de eraan voorafgaande periode. Na een beschouwing van de herdenkingsgeschiedenis en de historiografie zal ik de vraag stellen wat er van 1813 (en de periode 1813-1815) over is na de mythe.




Lotte Jensen,
Nappie, daar ga je! Nederlands verzet tegen Napoleon Het jaar 1813 wordt vaak als het beginpunt van een nieuwe periode in de Nederlandse geschiedenis beschouwd: na de bevrijding van de Fransen ontstond een ware verheerlijking van het vaderland en kwam het nationalisme tot volle bloei. Dergelijke uitingen van vaderlandsliefde gingen echter terug op een verzetscultuur die al tijdens de Napoleontische overheersing vorm kreeg. Er waren verschillende vormen van theatraal verzet: welke rol speelde het toneel in het verzet tegen de Franse keizer? En in hoeverre speelde de Nederlandse identiteit daarbij een rol?




Ellen Krol,
"’Het twistend kroost, dat u verstiet." Gedichten over Oranjes terugkeer in 1813 De terugkeer van Oranje wordt in 1813 en 1814 uitbundig bezongen door Nederlandse dichters. De verzen van dichters als M. Westerman, H.A. Spandaw, W. Bilderdijk, K.W. Bilderdijk-Schweickhardt, P. Moens, H.H. en B. Klijn en anderen zijn verschenen als gelegenheidsdrukwerk en soms later opgenomen in hun dichtbundels. Hoe voltrok zich de ontvangst van Oranje in dit gelegenheidsdrukwerk in chronologisch opzicht en welke inhoudelijke thema’s bespreken deze gedichten?




Frans Grijzenhout,
Tussen Bull en Boney. De Nederlander in de Europese satire 1780-1820 De revolutionaire decennia rond 1800 worden gekenmerkt door een enorme satirische productie, in woord en beeld. In deze dynamische tijden, waarin de machtsverhoudingen permanent wisselden, lijkt desondanks een sterke behoefte te hebben bestaan aan stabiele beelden van al die naties in beroering. Nationale (zelf)beelden en Europese wisselwerkingen staan centraal in deze bijdrage.






Janneke Weijermars,
‘Nu ’k als Belg herleéf’. De Zuidelijke Nederlanden in de eerste jaren onder Willem I Terwijl Nederland eind november 1813 op het Scheveningse strand zijn nieuwe vorst binnenhaalde en Napoleon door deze feestelijke gebeurtenis naar de achterkamers van het collectieve geheugen werd verdreven, stonden de Zuidelijke Nederlanden nog met twee benen in de Franse Tijd. De Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden werden vervolgens samengevoegd onder deze Oranjevorst Willem I, maar die nieuwe staatkundige constructie voltrok zich zonder dat de Zuid-Nederlanders er erg in hadden. Ze hadden ook wel iets anders aan hun hoofd dan na te denken over een gedeelde toekomst met het Noorden: de Fransen bevonden zich nog op Zuid-Nederlandse bodem en lieten er een spoor van verwoesting achter. Pas op 5 mei 1814 viel Antwerpen als laatste stad. In de eerste jaren van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden doet koning Willem I verwoede pogingen het Zuiden voor zijn rijk warm te laten lopen, terwijl de zuiderlingen hun wonden likken en fantaseren over de terugkeer van hun Belgische volksaard. De Zuid-Nederlandse literatuur uit deze periode laat zien dat de neuzen in Willems koninkrijk allerminst dezelfde kant opstaan



zaterdag 2 maart 2013

Pas verschenen: Voortgang, jaarboek voor de neerlandistiek


Bij de Stichting Neerlandistiek VU te Amsterdam is onlangs deel 30 verschenen van Voortgang, jaarboek voor de neerlandistiek. De oudere letterkunde komt aan bod in mooie artikelen van (onder andere) onze docent Roel Zemel en van recent afgestudeerden Elsje Frouws en Jurriaan Vegter.

André Bouwman, 'Ich schlug auf, und vor mir lag: van den vos Reynaerde'. Friedrich David Gräter en zijn editio princeps van 1812
Roel Zemel, Vlaanderen omstreeks 1250: spreken over literatuur
Simon Smith, Vreedzame Venus. Over ontluikende liefde in Die Riddere metter Mouwen
Willem Kuiper, Valentijn ende Oursson. Auteur, vertaler, censor en doelgroep
Elsje Frouws, Droncken vanden bloede. Geweld en antisemitisme in Hiervsalem verwoest van Joost van den Vondel
Jurriaan Vegter, Toneel en de troon. Nederlandse en Engelse representaties van koningschap in het historiedrama ten tijde van stadhouder-koning Willem III
Arie Zevenhuijzen, Het beeld van Gorters Mei in de literatuurgeschiedenis
Bettine Siertsema, Drie verslagen van het proces-Eichmann
Anja de Feijter, Niet het orakel raadplegen. Kanttekeningen bij de geschiedenis van de auteursintentie door Ralf Grüttemeier
Bouke Slofstra, J.H. Halbertsma, het handschrift van de Lectio publica van Tiberius Hemsterhuis en de Onbekende Student
Camiel Hamans, The observations of a voyager. Stephanus Hanewinckel on the dialects of the Meijerij
Gerrold van der Stroom, De voorlopers van Jac. van Ginnekens taalbiologie
Ad Foolen, Zeker: voor een deel, terug naar Van Ginneken!
Arjan van Leuvensteijn, Boekbespreking: De voortvarende zeemansvrouw. Openhartige brieven aan geliefden op zee, bezorgd door Marijke van der Wal
H.M. Hermkens, Boekbespreking: Hans van Tongen of Razende-Liefdens-Eyndt en De Wanhébbelyke Liefde, bezorgd door Arjan van Leuvensteijn

Voortgang 30 telt 310 pagina’s en kost EUR 25,- (excl. verzendkosten). Het boek is te bestellen bij de Stichting Neerlandistiek VU, De Boelelaan 1105, NL-1081 HV Amsterdam (ISBN 978-90-8880-027-6) of bij Nodus Publikationen, Postfach 5725, D-48031 Münster (ISBN 978-3-89323-730-2), of via de website van Nodus Publikationen.