zondag 3 augustus 2008

Scriptie: Walewein en de liefde

In haar masterscriptie doet Annelies Kas onderzoek naar de rol van de liefdeshandeling in de Middelnederlandse Roman van Walewein. Deze Arturroman verhaalt over Walewein, de neef van koning Artur, en is vermoedelijk rond 1250 geschreven door de auteurs Penninc en Vostaert. Anders dan wordt beweerd in het eerste deel van de nieuwe Nederlandse literatuurgeschiedenis, Stemmen op Schrift, laat Kas zien dat er in de Roman van Walewein sprake is van een zeer geprononceerde liefdeshandeling. Het doel van haar scriptie is vast te stellen hoe het liefdesthema in de Roman van Walewein geïnterpreteerd dient te worden.

Het onderzoek van Kas bestaat uit een gedetailleerde analyse van verschillende aspecten van de liefdeshandeling. Zij onderzoekt onder andere of de Roman van Walewein reeds bij aanvang als liefdesqueeste opgevat dient te worden en hoe de aspecten ‘amour’ en ‘chevalerie’, liefde en ridderschap, zich in de Roman van Walewein tot elkaar verhouden. Bovendien geeft zij een uitgebreide analyse van Waleweins rol als minnaar. In het laatste deel van haar scriptie vergelijkt Kas de rol van Walewein als minnaar in de Roman van Walewein met de rol van de Oudfranse Walewein, Gauvain, in enkele Oudfranse teksten.

Kas concludeert dat Penninc en Vostaert in de Roman van Walewein van Arturs neef een zeer uitzonderlijk beeld hebben gegeven op het gebied van de liefde, dat geheel afwijkt van de Oudfranse traditie. Kas toont aan dat het liefdesthema in de Roman van Walewein op een zeer creatieve wijze is uitgewerkt. Hiermee heeft Kas in haar scriptie laten zien dat de Roman van Walewein een volkomen unieke plaats inneemt binnen het genre van de Arturliteratuur.

Annelies Kas, “Nu hort vort vander joncfrouwe Ende van Waleweine”. De liefdeshandeling in de Roman van Walewein. Masterscriptie VU: Amsterdam 2008.
(Begeleider: Roel Zemel)