dinsdag 6 mei 2008

Johan Koppenol over Jacob Cats in Maassluis

Op 27 maart 2008 hield Johan Koppenol in het Witte Kerkje te Maassluis een lezing over Jacob Cats. Jacob Cats (Brouwershaven 1577-Den Haag 1660) lijkt het zwarte schaap van de Nederlandse letterkunde. Het grote publiek kent hem – voor zover het hem nog kent – als een moralistische praatvaat (`Vadertje Cats’); de enige van zijn vele duizenden dichtregels die in het collectieve geheugen van de Nederlanders is opgenomen, is de wijsheid dat `kinderen hinderen’. Zijn negatieve imago liep hij op in de negentiende eeuw, toen criticus Busken Huet hem uitmaakte voor een `godvreezende moneymaker', met `zijne door en door laaghartige moraal, zijne leuterlievende vroomheid en keutelachtige poëzie'. Busken Huet heeft grondig werk verricht: latere pogingen om belangstelling te wekken voor Cats' werk haalden weinig uit en de roep om eerherstel of zelfs maar aandacht vond nauwelijks gehoor.
Natuurlijk maakte Huet een karikatuur van Cats. In zijn lezing probeerde Johan Koppenol iets dichter bij de ware Cats te komen, door in te gaan op zijn leven en werk. Cats blijkt een alles behalve saaie zeurkous te zijn. In werkelijkheid was hij, als hoogste ambtenaar in het land, een man met een machtige positie, en daarbij verreweg de meest gelezen dichter van zijn tijd. Aan de hand van tekstfragmenten werd nagegaan wat zijn tijdgenoten zagen in zijn werk, waarbij zijn grote retorische talenten, dichterlijke inventiviteit en maatschappelijke invloed naar boven kwamen.
[Afbeelding: het standbeeld van Cats in Brouwershaven]

Geen opmerkingen: